Vol geheugen?

Vol geheugen? 25-10-2022

 

Terug naar het overzicht

 

Maar het bracht mij wel op een idee. Kijk, normaal loods ik argeloze toeristen en/of geïnteresseerde medebewoners door onze fraaie stad. Nu besloot ik, tussen twee happen pindakaas, mijzelf eens een rondleiding te geven. 

Puur om die hemelse Provider te pesten. Eens kijken wat of wie ik tegen zou komen en om tegelijk te ontdekken of mijn geheugen écht wel vol was.

Ik zou niet, zoals gebruikelijk, bij het Stadhuis beginnen, maar iets verderop in de Wouwsestraat waar mijn wiegje stond. 

Dit was de plaats waar mijn geheugen zich begon te vullen, niet analoog of digitaal maar gewoon door ervaringen. Gelukkig staat “ons” huis op de Gemeentelijke Monumentenlijst en kan ik er dagelijks langslopen om mijn geheugen op te frissen. 

Het is nu een kapperszaak annex schoonheidswinkel vol kleurplaten met veel golvend vrouwenhaar. In mijn tijd lagen daar de blozende appels hoog opgetast in de etalage.

“Zouden huizen ook een geheugen hebben?”, vroeg ik mij af.  Zou er van het gezwoeg van mijn ouders nog iets zweven tussen vloeren en vlieringen?  Minuscule deeltjes zorgen, angst voor de toekomst en financiële onzekerheid. 

Flinters berusting, eindeloos zeurende zorgen en treiterende teleurstelling? Zou zoiets nog vindbaar zijn? Vastgeplakt achter vergeeld behang als oude kranten die je daar wel eens vindt?

Sorry, mijn geheugen schiet even vol: we lopen verder. Langs de slagerij van Pierre Hazen, de ijsjeswinkel van Crusio, het café van Verpalen en langs het stoffige kantoorboekwinkeltje van Stoetzer, waar ik onbewust verliefd werd op de geur van vers onbeschreven papier.

Geur leidt ons verder langs waar eens de sigarenwinkel van Ooms stond. Daar ging ik met mijn opa sigaren kopen. Lang heb ik gedacht dat meneer Ooms getrouwd was met mevrouw Elisabeth Bas. Nog kan de blauwe rook van een verse bolknak mij terugvoeren naar die tijd.

Vervolgens bij kapper Proost de hoek om richting school. De Petrus Canisius, waar mijn geheugen verder bijgevuld zou worden door Juffrouw van Rijen in de Eerste Klas. Ik typ dit met hoofdletters omdat zij ook een eersteklas onderwijzeres was. 

Van haar leerde ik lezen en schrijven en daar ben ik nog steeds dankbaar voor. In het knusse klaslokaal met 45(!) andere jongetjes en in het midden een snorrende kachel. 

Elke dag kreeg je een blauw kaartje van Goed Gedrag, als je dat verdiend had natuurlijk.  Voor tien blauwe kaartjes kreeg je één rode kaart. Een rode kaart die niet Bestraffend was maar Belonend! 

Met tien Rode Kaarten kreeg je dus geen stadionverbod, maar de gelegenheid om een Boek uit te zoeken! Dan zwaaiden de deuren van de klassenkast open en stroomde de geur van verse schriften, ongebruikte gummen en pasgeslepen potloden ongehinderd naar buiten. 

Het leek of de Hemelpoorten open gingen, ons werd een blik op het hiernamaals gegund en op Boeken.

Met tien rode kaartjes mocht je er een uitzoeken. Ik koos het dikste met goudopdruk.  “Christuslegenden” van Selma Lagerlöf. Ik zal het nooit vergeten. Ik heb het natuurlijk nooit gelezen, want het ging mij om het Bezit van een Boek. En om de geur natuurlijk.

Beste mensen, zelfs een “alwetende” gids van SBM is nooit te oud om te leren, dat blijkt nu wel. We hebben nu amper honderd meter gewandeld in mijn geheugen, we zijn nauwelijks de hoek om en ik heb nog voor kilometers Bergse verhalen.

Geheugen vol? Laat me niet lachen.

Willem Loeff