Over oliebollen en glazen bollen

Over oliebollen en glazen bollen 08-11-2022

Ze staat afgebeeld rechts onder de Prins en de reden dat ze op het schilderij staat is haar benoeming tot “ridder in d’orde van d’eeuwege jeugd”. Deze eretitel kreeg ze in 1948 op 84-jarige leeftijd samen met Tinus Fukker, die rechts onder haar op het schilderij staat. Op het lijstje naast het schilderij staat zij vermeld met de verkeerde achternaam, dus dat wil ik hier meteen even rechtzetten. Het moet zijn haar meisjesnaam Kommers en niet ‘Olbers of zoiets’. Dat is bij het optekenen van de namen op het schilderij indertijd door iemand geroepen, weet ik toevallig. Maar dat terzijde.

Graag wil ik jullie meer vertellen over deze bijzondere vrouw, die een bewogen leven heeft gehad. Ik heb hiervoor naast in de familie, ook in het archief moeten spitten want binnen onze familie zijn om uiteenlopende redenen niet alle details meer bekend. Gelukkig hebben we een goede foto van haar!

Adriana Huiberdina Kommers wordt in 1864 geboren als dochter van Kommers en Noordhuizen. Zij woonde na haar huwelijk met Christianus Petrus Bergmans aan de Koepelstraat, ter hoogte van het huidige nr. 103, waar zij na het plots overlijden van haar echtgenoot in 1912 achterbleef met 6 kleine kinderen.
Wegens vermoedelijk aanhoudend geldgebrek zijn het huis en de inboedel in 1913 openbaar verkocht. Ze ging echter niet bij de pakken neer zitten maar ging de kermis op waar ze een oliebollenkraam dreef. Dat lijkt misschien een opmerkelijke carrièrekeuze voor een alleenstaande moeder in 1913, maar u moet weten dat meerdere van mijn vroege familieleden voor de oorlog op de kermis werkzaam waren.

Eind 1913 hertrouwt Dien met Adolf Keppens, een 22(!) jaar jongere acrobaat uit Ledeberg (B). Nu heb ik altijd gedacht dat Adolf als Belgische oorlogsvluchteling naar Bergen op Zoom was gekomen en dat zij elkaar hier hebben leren kennen. Maar dat blijkt met de data toch niet helemaal te kloppen; de Groote Oorlog was  op het moment van hun huwelijk nog lang niet uitgebroken. Toch ontving Dien tot begin 1915 een Rijksvergoeding voor het in huis nemen van oorlogsvluchtelingen, maar dit kan ook voor iemand anders zijn geweest.

Adolf staat ook niet als vluchteling geregistreerd, terwijl hier toch een redelijk nauwkeurige administratie van werd bijgehouden. Daarmee kunnen we stellig  aannemen, zeker ook gezien het beroep van Adolf, dat ze elkaar eerder op de kermis tegen het lijf zijn gelopen. Ze zijn ook niet hier getrouwd, maar in Ledeberg in België. Na het uitbreken van de Groote Oorlog komen er in april 1915 nog meer leden van de familie Keppens over uit België. Die staan wel geregistreerd als inwonende vluchteling op haar adres aan het Wagenpleintje.

Kort na het einde van de oorlog in 1918 vertrekt Dien met Dolf en haar 2 jongste kinderen naar Waterloo in Frankrijk. De reden hiervoor kan de kermis zijn geweest maar dat weet helaas niemand zeker. Mijn eigen grootvader was het jongste kind en van hem weet ik  dat hij al op korte termijn, en dat is dan voor de volkstelling van 1920 geweest, te voet weer terug is gekomen. Blijkbaar viel de Franse keuken niet in de smaak want hij vertelde altijd dat er enorme stukken bloemkool in de soep dreven en dat moest ie niet. Ja, wat de boer niet kent….. Dus recht terug naar Berrege!

Begin jaren 20 komt Dientje weer terug naar Bergen op Zoom en woont ze in de Hofstraat op nr. 11. Van Adolf is geen spoor meer te bekennen, die is blijkbaar in Frankrijk achtergebleven, maar waarom of hoe dat blijft een mysterie. Binnen onze familie is er ook bijna niemand die van zijn bestaan af weet, laat staan waar de beste man gebleven is. Dien heeft wel haar eigen naam Kommers terug aangenomen want zo staat ze vanaf dan ingeschreven.

Dien moet in haar tijd een markant figuur zijn geweest, want ze was best bijzonder. Ze was een ondernemende vrouw, en dat is voor die tijd al bewonderenswaardig. Maar er was meer: zo stond ze bijvoorbeeld bekend als pijn-afbidster. Voor wie deze term niet machtig is zouden we dit het beste uit kunnen leggen als magnetiseur of handoplegger. Vele mensen zijn bij haar op bezoek geweest voor een ‘behandeling’.

Ook legde zij de kaart en raadpleegde ze desgevraagd haar glazen bol, waarmee ze dus ook een reputatie als waarzegster had. Of dit ooit verband heeft gehouden met de kermis weet ik niet, maar ik vermoed van niet. Ze had immers daar toen haar oliebollenkraam en we denken dat de meer paranormale bezigheden van na haar terugkeer naar Bergen zijn.

Een opvallende anekdote over dit paranormale ‘bijgeloof’ is wel overgeleverd binnen de familie. Een van mijn ooms heeft in de jaren veertig een ongeluk gehad waarbij hij over een gedeelte van zijn lichaam verbrandde. Dat hij pijn leed, moge duidelijk zijn, maar daar was toen niet veel tegen te doen. Dien heeft haar kleinzoon toen behandeld en nam wonder boven wonder zijn pijn weg, en zo kon hij beter genezen.

Dientje bereikte de respectabele leeftijd van 89 jaar en overleed op 17 november 1953 in het Sint- Elisabeth gasthuis te Halsteren.

Ikzelf heb een blauwe maandag op de kermis gewerkt, en het toeval (nou, ja?) wil dat ik ontzettend goede oliebollen kan bakken. Naar  een geheim recept waarvan de oorsprong mij niet bekend is, maar ik denk misschien toch de kermis.

 Die twee dingen zijn de enige paralellen die ik heb met deze bijzondere vrouw, waar ik toch een sterke band mee voel en die ik enorm bewonder om wie ze was. En daarom verschijnt er bij mij altijd een glimlach als ik voor dat schilderij van Weijts sta…

Haar foto krijgt bij ons een mooi plekje in de hal.